Skip to main content

Wat is er aan de hand ?

Het huidige wetsontwerp van minister Van Quickenborne om het strafrecht te hervormen is zeer verontrustend. Het introduceert namelijk een gerechtelijk betogingsverbod als nieuwe strafrechtelijke sanctie. Het doel van deze strafmaatregel zou zijn om zogenaamde ‘relschoppers’ aan te pakken. Dat zijn mensen die niet daadwerkelijk deelnemen aan een betoging, maar die een protestbijeenkomst gebruiken om opzettelijke vernielingen aan te richten.

In werkelijkheid gaat het hier niet om een anti-relschoppersmaatregel, zoals de minister beweert. De bepalingen in deze wetgeving zijn zo ruim geïnterpreteerd dat het mogelijk zou worden om ook vreedzame betogers te sanctioneren. Zonder dat het ook maar het minste effect heeft op de eventuele aanwezigheid of acties van relschoppers.

Wij vragen ons dan ook af wat de werkelijke bedoelingen zijn van een dergelijke wet en de haast waarmee de regering deze wil aannemen. Op woensdag 14 juni 2023 ging de tekst naar de Kamercommissie van Justitie. Zonder onze mobilisatie zou er vijftien dagen later in het parlement over gestemd worden. Begin juli zou het in tweede lezing worden aangenomen en vervolgens door het parlement worden goedgekeurd. Met andere woorden, midden in het zomerreces. Waarom zo’n haast?

Wij zijn de belangrijkste organisatoren van protestbijeenkomsten. ‘Relschoppers’ verwarren met activisten is geen goed signaal voor onze democratie. Het risico bestaat ook dat deze tekst dat de politiepraktijken zal doen evolueren naar een veel te streng kader voor betogingen (in Franse stijl), en naar een model dat onverenigbaar is met het respect voor de privacy.

Het verwerpen van dit wetsontwerp – dat een reëel gevaar vormt voor onze democratie – betekent ook het blijven verdedigen van de rechtsstaat. Internationale bepalingen erkennen het stakingsrecht als een grondrecht. Dit geldt dus ook voor de Belgische wetgeving. Maar zoals we onlangs zagen bij Delhaize, wordt winst maken door de rechtbanken soms belangrijker geacht dan het verdedigen van de rechten van werknemers. In deze context zou de wet Van Quickenborne tegen ons gebruikt kunnen worden. Wij, werknemers. Wij, de burgers van dit land, de mensenrechtenactivisten, de klimaatactivisten…

Zelfs in aangepaste vorm blijft het wetsontwerp van de minister van Justitie het recht op collectieve actie ondermijnen. Het moet van tafel!

Waarom de intrekking van de tekst eisen ?

Dit wetsontwerp introduceert in het strafwetboek een betogingsverbod dat geldt voor meerdere jaren. De reikwijdte van dit wetsontwerp is veel te ruim. Dit betogingsverbod zou van toepassing zijn op ‘protestbijeenkomsten’ en op personen die veroordeeld zijn voor strafbare feiten gepleegd tijdens dergelijke bijeenkomsten. In theorie gaat het om ‘relschoppers’, maar in werkelijkheid gaat het veel verder.

Het begrip ‘protestbijeenkomst’ omvat elke bijeenkomst die op de openbare weg wordt georganiseerd met als doel een of meer collectieve eisen kenbaar te maken. Het is dus een actiemiddel dat vaak gebruikt wordt door vakbonden en middenveldorganisaties.

Het wetsontwerp verwijst zeker naar ernstige misdrijven: aanslagdreigingen tegen personen of eigendommen, moord, opzettelijke toebrengen van letsels… Maar de wet dekt ook, heel ruim, vandalisme, schade aan eigendommen of goederen, enzovoort. Met andere woorden: het verbranden van een pallet, het gooien van eieren of het aanbrengen op een gevel van afwasbare verf… zouden ook onder het betogingsverbod vallen!

We mogen ook niet vergeten dat justitie al over nodige instrumenten beschikt om mensen te veroordelen wanneer die strafbare daden stellen. Dit is dus een aanvullende straf voor activisten!

Onnodige aanpassingen

Na tal van acties om het wetsontwerp te blokkeren, kregen we de regering zover krijgen om het wetsontwerp te verwijderen uit het parlementaire debat op 7 juni. Sindsdien werden we op de hoogte gebracht van de tekst die op 9 juni door het Kernkabinet werd goedgekeurd met bijbehorende aanpassingen.

  • Noch stakingsacties, noch vakbondsacties in brede zin, noch de collectieve actie van welke sociale beweging dan ook, worden beschermd in de bewoordingen van de door de regering herziene tekst.
  • De term ‘protestbijeenkomst’ is onze grootste zorg en die werd behouden. In theorie zou het niet van toepassing zijn bij stakingen, maar er is geen garantie dat rechters het niet zullen toepassen op deze sociale conflicten.
  • De gewijzigde tekst vereist nu een (protest)bijeenkomst van meer dan 100 mensen. Dit verandert niets aan de essentie van het probleem. Bovendien zijn we tijdens onze (vakbonds-, milieu-, of middenvelds-) bijeenkomsten regelmatig met meer dan honderd in de openbare ruimte.
  • De overwegingen die verondersteld worden de ‘niet-relschoppers’ te ontzien, zijn niet geruststellend omdat ze nog steeds afhangen van de interpretatie van een rechter.
  • Het wetsontwerp in zijn huidige vorm zal nooit verhinderen dat mensen die van plan zijn om vernielingen aan te brengen, dat ook daadwerkelijk doen. Bij betogingen of elders.
  • In wezen wordt in de aangepaste tekst de maatschappelijke noodzaak van de strafmaatregel nog steeds niet aangetoond. Dit is nochtans een absolute voorwaard voor het inperken van een grondrecht zoals de betogingsvrijheid.

Spreek je volksvertegenwoordigers aan

Daarom blijven we oproepen tot de volledige intrekking van de bepalingen die voorzien in een gerechtelijk betogingsverbod. We roepen parlementsleden die de democratie willen verdedigen op om hun uiterste best te doen om ervoor te zorgen dat dit deel van het wetsontwerp wordt geschrapt.

Verzet is geen misdaad.

Op Windows werkt de knop “Spreek je volksvertegenwoordigers aan” niet altijd met de browsers Edge en Chrome. We zoeken naar een oplossing…

X